De traditionele Nederlandse keuken kenmerkt zich door eenvoud, voedzaamheid en het gebruik van lokale, seizoensgebonden ingrediënten. Het is een keuken die historisch gezien gericht was op het voeden van hardwerkende mensen, met stevige maaltijden die energie gaven voor lange dagen op het land of op zee.
Typische gerechten zijn vaak gebaseerd op aardappelen, groenten en vlees. Stampot is een iconisch voorbeeld: een combinatie van aardappelen met groenten zoals boerenkool, zuurkool of wortelen, vaak geserveerd met rookworst. Ook erwtensoep, een dikke soep met spliterwten, wortel, selderij en worst, is een bekend wintergerecht. Vis speelt een belangrijke rol in de keuken, met haring als een geliefde snack en gerechten met kabeljauw en makreel uit de Noordzee.
Zuivelproducten zijn een trots onderdeel van de eetcultuur, met wereldberoemde kazen zoals Gouda en Edam. Zoete lekkernijen, zoals stroopwafels, poffertjes en speculaas, weerspiegelen de liefde voor eenvoudige maar smaakvolle desserts. De Nederlandse keuken mag dan bescheiden lijken, het biedt troost en traditie in elke hap.